Komt er nog een onderzoek naar PFAS in bloed Zeeuwen? Opnieuw vertraging

Dat is het gevolg van de vertraging van het onderzoek naar het effect van PFAS op de voedselveiligheid in de Westerschelde. De resultaten worden door het RIVM eind mei verwacht. 

Oorspronkelijk werd gemikt op april. De vertraging betekent dat ook de GGD Zeeland pas later een besluit kan nemen over een eventueel bevolkingsonderzoek naar PFAS-gehalte in het bloed. De GGD liet eerder weten de nieuwe RIVM-gegevens nodig te hebben om gericht onderzoek te kunnen doen.

Voor het onderzoek zijn de afgelopen maanden in de hele Westerschelde vissen, schaal- en schelpdieren en zeegroenten verzameld. De monsters worden geanalyseerd door Wageningen University Research (WUR) en door het RIVM gebruikt om adviezen op te baseren. Door coronabesmettingen bij de WUR is vertraging ontstaan.

De GGD Zeeland adviseerde overigens in december al om geen zelfgevangen vis uit de Westerschelde te eten. Het RIVM kwam in februari met een tussenrapportage op basis van oude metingen. De conclusie was dat met een flinke portie zelfgevangen vis een volwassene al aan de maximale jaarhoeveelheid PFAS zit. Het RIVM liet daarbij andere bronnen van PFAS buiten beschouwing. Mensen in Nederland krijgen volgens het RIVM sowieso al te veel van de schadelijke stof binnen via voedsel en drinkwater.

Tijdens het zwemseizoen gaat Rijkswaterstaat extra metingen uitvoeren naar het PFAS-gehalte. Dat gebeurt bij Perkpolder, Baarland en Vlissingen. 

Hoe zat en zit het ook alweer met PFAS in Zeeland? Lees hier een reconstructie.