Schizofreen Ajax leert waardevolle, maar keiharde les

Uitstekend bespeelde hij Karim Benzema een uur lang, één van de beste centrumspitsen ter wereld, om toen toch genadeloos geklopt te worden door de Fransman: 0-1. En dan liep aan de overkant ook nog eens Sergio Ramos, de pure winnaar, meedogenloze aansteller en de meest gelauwerde centrumverdediger van deze tijd.

Een soort Latijnse versie van De Ligt, maar dan drie hoofdstukken verder in zijn loopbaan. Donny van de Beek? Die wist na één machtige tackle van Casemiro al wat hij tegenover zich had, maar de middenvelder bleef formidabel overeind, onvermoeibaar opduikend in de ruimtes achter Dusan Tadic en de Spaanse defensie.

En dan waren er nog de meedogenloze mentale lessen. Die van een door de VAR afgekeurde goal, de eerste in de geschiedenis van de Champions League. Of gewoon het voetballen onder deze druk, op dit podium, tegen een team dat vrijwel alles al gewonnen heeft. Een elftal dat wél gewoon twee keer scoort uit evenveel kansen.

Het blijft absurd dat Ajax zo schizofreen kan voetballen dit seizoen, met ongenadige uitglijders als die tegen Heracles en tegen Feyenoord. Maar in iets breder perspectief is zijn Europese tournee goud waard voor het Nederlandse voetbal van de nabije toekomst, en voor het Nederlands elftal van Ronald Koeman.