Roosendaalse roeiclub zoekt roeiertjes op basisscholen: ‘Wie weet zit er een toekomstig kampioen tussen’

Toch vragen maar weinig kinderen thuis of ‘ze op roeien mogen'. Roeiverenigingen gedijen het best in studentensteden. Vaak begint dit staaltje technische watersport bij een studentenvereniging. De fanatiekere beoefenaars sluiten later aan bij een roeiclub in de woon- of werkomgeving. Roosendaal heeft dat aanbod dus minder, maar de Roosendaalse Roeivereniging zoekt op een andere manier naar verjonging.

De voorbije weken kwamen groep acht leerlingen van verschillende basisscholen naar de botenloods aan de Vlietweg voor een leuke clinic. Vijftien vrijwilligers van de club ontvingen bijvoorbeeld de aanstaande schoolverlaters van TaLente uit Oud Gastel.

,,Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst” weet jeugdcommissielid Liza van Velden, ,,Je weet nooit of er een toekomstig Olympisch kampioen tussen zit.’’ Plezier en ‘in beweging komen’ staan voorop. Bij roeien komen ook samenwerking en techniek om de hoek kijken. De spoedcursus roeien begint met de spieren losgooien op de ergometers, een evenwichtsoefening op een smalle balk en een 'lekkagespel’ oftewel samen zo snel mogelijk water opvangen.

Na het droog oefenen is het tijd om het strakke water van de Roosendaalse Vliet op te gaan. Het instappen geeft nog wat problemen, maar eenmaal in de vierpersoonsboot hebben de peddelaars al praatjes voor tien. Naomi vindt dat ze op de goede weg is. ,,Waar jullie een paar jaar over mogen doen, moeten wij op één dagje kunnen?‘’, roept ze lachend tegen de instructeur, die haar de fijne kneepjes van het roeivak bij brengt.