Roosendaals drugspand terecht voor drie maanden gesloten

De bewoner liet via zijn advocaat weten dat er in zijn ogen geen sprake was van een ernstig geval. Maar de gemeente denkt daar gezien de aangetroffen hoeveelheid verdovende middelen anders over en vermoedt dat de drugs bedoeld zijn voor de handel. 

De rechter is het daarmee eens en wijst erop dat er ruimschoots sprake is van een handelshoeveelheid. Bovendien waren ook een weegschaal, lege gripzakjes en een strijkzak met hennepresten (om drugs in te verpakken), 530 euro contant geld en een stroomstootwapen aanwezig.

De advocaat van de man vindt dat de gemeente onvoldoende rekening heeft gehouden met de medische toestand van de man, hij heeft onder meer suikerziekte. Ook zou het om een “kwetsbare en naïeve man gaan die werd meegesleept met vrienden”. 

Bovendien zou er geen overlast zijn voor de omgeving en dus is de sluiting onterecht. Maar Roosendaal wierp tegen dat er meerdere meldingen over drugshandel zijn binnengekomen en dat verklaringen van specialisten over de medische toestand van de man ontbreken.

De rechtbank volgt de gemeente en stelt vast dat de burgemeester uitgebreid heeft gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de man. En zelfs de helpende hand heeft toegestoken als het gaat om het vinden van alternatieve woonruimte voor de man. Wat de rechter betreft heeft er een goede belangenafweging plaatsgevonden en kan Roosendaal gevolgd worden in het besluit om over te gaan tot sluiting.