Met de waterberging wordt geprobeerd wateroverlast bij extreme regen zoveel mogelijk te beperken. Door de polder af te graven kan het water hiernaartoe stromen. Omdat ook het maaiveld wordt verlaagd, ontstaat een nat en bloemrijk grasland. Als het gebied bij hevige regen onder water loopt, kan er 19.000 kubieke water in. Waterschap Rivierenland en de gemeente Altena dragen elk de helft van de kosten voor de wateroverlastmaatregelen.

Uit het gebied wordt eerst 35.000 kuub grond gegraven. Deze grond wordt binnen de gemeente opnieuw gebruikt: een deel zal worden gestort in natuurgebied de Noordwaard. Het waterschap gebruikt een ander deel van de grond voor het verbeteren van enkele kades en voor het aanleggen van opritten. Ook wordt een deel van de grond gebruikt voor de nieuwe wijk Achter de Schans in Werkendam.

Gemeente en waterschap willen verkeersoverlast zoveel mogelijk tegengaan. Daarom vindt al het transport van de afgegraven grond via een aangelegde parallelweg plaats. Die komt langs de Dijkgraaf Den Dekkerweg te liggen tot aan de Borcharenweg. De vrachtwagens rijden dan ook niet over de Schans. 

De waterberging wordt aangelegd in de Vervoorne Polder, één van de eerste gebieden die na de Sint Elisabethsvloed van 1421 werd teruggewonnen op de zee. De polder werd bemalen door de molen aan de Schenkeldijk. Voorbij de Schenkeldijk lag in de 19e eeuw het inundatiegebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, gevoed door de Papsluis. De waterbuffer komt op het middelste perceel tussen de begraafplaats en fietsbrug. De werkzaamheden moeten deze winter gereed zijn.