Even minder te besteden? Zo winkel je slim

Dit verhaal is onderdeel van onze wekelijkse bijlage #NLStartOp. Het tweede nummer staat in het teken van retail en kwam tot stand in samenwerking met Intermediair, Nationale Vacaturebank, In De Buurt, De Ondernemer en Autotrack.

Circa 70 procent van de Nederlandse consumenten bezoekt meerdere supermarkten, omdat ze denken dat ze, door producten en prijzen te vergelijken, overal de goedkoopste koopwaar kunnen uitzoeken. Dat blijkt een misverstand. Het bezoeken van meerdere supermarkten loont niet, blijkt uit promotieonderzoek van Mark Vroegrijk. Mensen die in meerdere winkels shoppen, geven juist meer uit. Ze gooien de voordeligste producten in hun kar, maar worden ook verleid door aanbiedingen. Hoe meer winkels, des te meer aanbiedingen, hoe meer verleiding, en des te meer ze kopen. De beste winkel kies je zo: hij moet dichtbij zijn, want bij een verre winkel pak je snel de auto, waarmee het eventuele voordeel wegvalt. Het moet ook een fijne winkel zijn, omdat slim winkelen alleen lukt als je het langer volhoudt. Vervolgens draait alles om jouw gedrag in die winkel. Ook de duurste supermarkten hebben voordeelproducten.

Binnen elke supermarkt zijn er drie prijscategorieën. Het duurste zijn de merkartikelen, de zogenoemde a-merken, zoals Heineken, Liga, Grand’Italia, Calvé en ga zo maar door. De tweede categorie bestaat uit huismerken, die vaak exact dezelfde kwaliteit hebben als de a-merken. Vaak komen ze uit dezelfde fabriek en hebben ze alleen een eigen verpakking of etiket. Dan zijn er nog de c-merken, ofwel de onbekende merken die de voordeligste in hun categorie zijn. Ze hebben een eenvoudige verpakking, liggen laag in het schap (soms bijna verstopt) en er wordt geen reclame voor gemaakt. En, nu overal is doorgedrongen dat de voordeelspaghetti laag bij de grond ligt, is een deel van de c-merken verplaatst naar de hoogste schappen. Vergelijk de prijzen per kilo. En prent de prijzen een beetje in je hoofd.

Dit is een voorpublicatie uit Crisis - Wat te doen? Van rood naar groen! van econoom Erica Verdegaal en besparingsdeskundige Marieke Henselmans. Het boek verschijnt half juni (€19,99, ISBN 978-94-90298-12-8). In september verschijnt de Crisis(scheur)kalender 2021 (€15,99).

[COLUMN]
Het geld moet weer gaan rollen, maar wel de juiste kant op

Voordat ik van wal steek: ik omarm technologische vooruitgang,ben tegen protectionisme en ja, ik ben een man van middelbare leeftijd. Niet boos overigens.

Wat ik hiermee wil zeggen, is dat ik niet principieel tegen online winkelen, internationale ketens of de platformeconomie ben, maar dat ik hoe dan ook wil voorkomen dat dit ten koste gaat van lokale ondernemers. Niet alleen uit sentiment, maar ook om de onderliggende waarden voor onze samenleving te bewaken en vooral omdat ik het die hardwerkende ondernemer zo gun.

Dat ondernemers zorgen voor veel werkgelegenheid en een stevige bijdrage leveren aan de staatskas, weten we denk ik allemaal wel. Maar wat we niet genoeg kunnen benadrukken is de minder zichtbare rol van lokale ondernemers in ons dagelijkse leven; zij bepalen grotendeels het straatbeeld en zorgen voor levendigheid in binnensteden. Zij zijn voor velen, zeker ouderen, belangrijk als het gaat om hun dagelijkse loopje en dus sociale contacten. Zij houden als sponsor het verenigingsleven draaiende. En vergeet niet dat deze krant voor abonnees ook een stuk duurder zou zijn zonder advertentie-inkomsten van, precies, ondernemers.

Kortom, genoeg persoonlijke, zakelijke, sociale en economische redenen om juist deze doelgroep de komende weken tijdens de campagne #NLStartOp alle aandacht te geven en te zorgen dat de consument de weg naar de lokale ondernemer weer gaat vinden. Je hoeft geen econoom te zijn om te beseffen wat de enige manier is om een zware economische crisis af te wenden: consumeren! Het geld moet weer gaan rollen, maar wel de juiste kant op. Dus geen nutteloze aankopen bij Amazon of Alibaba, maar goede en liefst duurzame producten bij de winkel om de hoek.

Gerard van den Broek is directeur De Ondernemer / DPG Media