Bouwers van kleine carnavalswagens kunnen terecht in loods Penningweg

Uiterlijk in augustus moet er voor de dakloze verenigingen duidelijkheid zijn. Rond die tijd starten de voorbereidingen op het nieuwe seizoen. ,,Hopelijk hebben we dan iets te bieden. Het dieptepunt is zo langzamerhand wel bereikt'', zegt Jan Weterings van de stichting doelend op het steeds minder wordende aantal wagens in de Etten-Leurse optocht. ,,Dit jaar hadden we nog maar vijf grote en één kleine wagen. Ter vergelijking: vijf jaar geleden waren het er nog tien en zes. Er moet dus echt iets gebeuren.''

Van bouwclub Witte Gij Ut is al enige tijd bekend dat zij op zoek moeten naar een andere plek. KV De Duimkes haakt af door gebrek aan aanwas. ,,Juist voor de doorstroming en om jongeren enthousiast te maken, hebben we een grote ruimte nodig'', zegt Weterings. Hij heeft al jaren het plan om ergens een knutselkot te realiseren voor jongeren. ,,Daar kunnen ze leren bouwen en groeien ze gemakkelijker door.''

Weterings hoopt de komende maanden met de gemeente zo'n plek ergens in het buitengebied te vinden. Hij heeft wel eens gedacht aan het plaatsen van een nissenhut ergens in een weiland. Ook daar komt nogal wat bij kijken. ,,Dat is een soort werkplaats van golfplaten. Die zijn er in allerlei afmetingen. Maar dan heb je allerlei faciliteiten nodig zoals water, stroom en om te beginnen natuurlijk een vergunning.''

De oud-voorzitter van de Stichting Carnavalsoptocht hoopt dat het lukt, want voor wagens van buiten de eigen gemeente is de Etten-Leurse optocht niet aantrekkelijk. ,,Komt door de spoorlijn in onze route. Die maakt het nogal complex. Onze bouwclubs moeten altijd met materiaal werken dat ze ter hoogte van overgang kunnen inklappen. Voor wagens van elders is dat geen optie. Die hebben in omliggende dorpen de optochten voor het uitzoeken. Wij moeten het dus voornamelijk van onze eigen bouwers hebben.''