Nederland wordt internationaal geroemd om de goede gezondheidszorg. De patiënten zijn er maar matig over te spreken, blijkt uit onderzoek van accountants- en adviesorganisatie EY.
Peet Vogels
,,Artsen zijn veel positiever over de prestaties van het Nederlandse zorgstelsel dan hun patiënten’’, zegt Monique van Dijen, managing partner Health and Life Sciences bij EY. 71 procent van de artsen vindt het zorgstelsel uitstekend, tegenover slechts 39 procent van de patiënten. Opvallend is dat patiënten in Engeland veel positiever zijn over hun zorg.
Een mogelijke verklaring is de manier waarop de zorg in Nederland is geregeld. ,,Die is erg om de arts heen georganiseerd. De arts is duur en schaars en staat daarom centraal. Het is de bedoeling daarmee de efficiency te verhogen en de kosten laag te houden.’’
Ze zijn gewend als consument serieus genomen te worden. Dat verwachten ze ook steeds meer van hun arts
Monique van Dijen, Ernst & Young
In de praktijk worden zo veel mogelijk consulten in een spreekuur gepland. ,,In andere landen vinden artsen dat hun Nederlandse collega’s wel heel weinig tijd uittrekken voor een gesprek met de patiënt. De Nederlandse artsen zijn juist trots op de hoeveelheid zorg die ze bieden in de beschikbare tijd, maar de patiënt heeft niet altijd het idee dat hij is gehoord. Bij de huisarts is dat idem dito.’’
Andere tijden
En de patiënt is tegenwoordig een stuk veeleisender. ,,De tijd dat mensen het normaal vonden de hele middag kwijt te zijn met naar het ziekenhuis komen en in de wachtkamer op hun beurt te wachten voor een gesprek van vijf minuten is voorbij’’, zegt Van Dijen. ,,Ze zijn mondiger en willen een goede behandeling. Ze zijn gewend als consument serieus genomen te worden. Dat verwachten ze ook steeds meer van hun arts.’’
De patiënt wil ook een stem in het proces van de behandeling. Dat vergt nog een mentaliteitsverandering bij de artsen. Die zijn van oudsher gewend de patiënt te vertellen wat er moet gebeuren.
Een ander probleem is de versnippering in de Nederlandse zorg. Een patiënt kan te maken hebben met de huisarts, het ziekenhuis, de thuiszorg, een mantelzorger en bijvoorbeeld een fysiotherapeut. Al die zorg moet de patiënt zelf regelen. Dat is begrijpelijk niet bevorderlijk voor het enthousiasme van patiënten. ,,In Engeland is de zorg een publieke sector. Daar heb je als patiënt maar met één loket te maken’’, schetst Van Dijen.
Kloof dichten
Om in Nederland de kloof tussen arts en patiënt te dichten, zal er veel meer ingezet moeten worden op digitalisering en innovatie in de zorg. Uit het onderzoek van EY blijkt dat de patiënt gemakkelijk en frequent contact met de zorgverlener belangrijk vindt. ,,Dat kan contact op afstand zijn, maar de zorgverlener kan niet worden vervangen door een robot. Daarnaast willen patiënten online gegevens kunnen delen, bijvoorbeeld metingen die ze thuis verrichten.’’
De arts zal meer een adviseur moeten worden dan degene die de patiënt vertelt wat hij moet doen
Monique van Dijen, Ernst & Young
Artsen staan daar wat huiverig tegenover. Ze zijn bang overspoeld te worden met gegevens die de patiënten sturen. Ze vrezen daarbij dat die gegevens onnauwkeurig zijn en daardoor niet goed bruikbaar. Er is ook angst dat de zorgvraag en de verwachtingen van de patiënt enorm toenemen. Dat kost veel tijd en veel strijd, verwachten de artsen. En de zorg wordt er in de ogen van de arts niet beter op.
Toch zullen de artsen meer tegemoet moeten komen aan de patiënt en zijn wensen, zegt Van Dijen. ,,De arts zal meer een adviseur moeten worden dan degene die de patiënt vertelt wat hij moet doen.’’
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.