Wethouder Tanja de Jonge bestuurt Dordrecht niet alleen maar, ze wóónt er nu ook: ‘Uit overtuiging voor gekozen’

Dat schrijft ze aan de gemeenteraad van de stad. Het is wethouders wettelijk verplicht om te wonen in de stad waar zij werkzaam zijn, al kan de gemeenteraad daar telkens een jaar ontheffing voor verlenen. Met name in kleinere gemeenten komt dat geregeld voor, waarbij het zelfs niet ongebruikelijk is dat die periode keer op keer verlengd wordt.

Voor Dordrecht was een wethouder van buitenaf echter een tamelijk unieke situatie. GroenLinks wist bij de verkiezingen van eerder dit jaar net zo groot te worden als de VVD en mocht daarom twee bestuurders leveren, maar voor vervulling van één van die twee vacatures werd leentjebuur gespeeld bij de gemeente Barendrecht.

Daar was De Jonge van 2018 tot dit voorjaar ook al wethouder en daarmee speelde zij zich in Dordrecht in de kijker. Diverse raadsleden lieten bij haar installatie in mei weten dat zij voor maximaal een jaar ontheffing wilden verlenen, omdat een wethouder wat hen betreft onderdeel moet zijn van de stad hoort te zijn die zij bestuurt door er bijvoorbeeld boodschappen te doen en onder de mensen te zijn.

Sinds een aantal weken huurt De Jonge een woning in het centrum, maar haar gezin blijft wél in Barendrecht wonen. ‘Ik zal daar ook nog regelmatig zijn. Voor nu vind ik het belangrijk dat mijn kinderen de laatste jaren van hun opleiding in hun sociale en vertrouwde omgeving kunnen doorlopen. Wij kenden Dordrecht al als een leuke stad om te bezoeken, en ik heb het afgelopen halfjaar de stad nog veel beter leren kennen. Het is dan ook uit overtuiging dat ik voor Dordrecht als woonplaats heb gekozen’, schrijft zij aan de gemeenteraad.