Een miljard verlies door carnaval? Economische onzin!

Onderzoeker Carl Koopmans deed dat, en keek vooral naar productiviteitsverlies­­. Maandag en dinsdag liggen in Brabant en Limburg veel bedrijven stil, daardoor wordt er pakweg 15 procent minder geproduceerd, wat je kunt omrekenen naar een verlies van één miljard. Of het dubbele, als je rekent met 30 procent.

Oké, het feestgedruis heeft ook een opbrengstenkant, moest hij toegeven. Want inderdaad, de kroegen profiteren. Maar, voegde hij snel toe, dat geld kunnen die mensen niet meer aan iets anders besteden. ,,Wat we aan mooie pakken en wagens uitgeven, kan wel ten koste gaan van mooie televisies of andere dingen.’’

Ja, hèhè. Elke euro kun je maar één keer uitgeven; dat geldt toch voor elke aanschaf?

Bovendien: waarom zou een flatscreen beter zijn voor de economie dan het equivalent aan bier, schrobbelèr en hamburgers? De pilsketen van graanverbouwers, brouwerijen, vervoerders en cafés brengt wel degelijk opbrengst en werkgelegenheid met zich mee. Jaagt de aankoop van elektronica de economie meer aan? Zonder onderbouwing – en die hoorde ik niet – lijkt me dat een loze kreet.

Maar het stomst is natuurlijk de basis van de berekening: de vrije dagen. Want personeel dat met carnaval doorwerkt, neemt dat verlof gewoon in een andere periode op. Bereken je het verlies van zomervakanties of wintersportweken, dan kom je ongetwijfeld óók aan een verschrikkelijk verlies.

Zo bekeken is het effect eigenlijk nihil, erkende de onderzoeker meteen. Maar gek genoeg zag ik nergens de kop Carnaval kostenneutraal opduiken.

Mijn conclusie, uit precies dezelfde­­ onderzoeksresultaten: carnaval kost de economie per saldo niks, maar levert een heleboel mensen veel plezier op. Je zou bijna het hele land zo’n feest gunnen.