Duitse universiteit confronteert fobiepatiënt met vogelspin

Ben jij bang van spinnen? Je bent niet alleen. Volgens de Technische Universiteit Dresden is de angst voor spinnen wereldwijd zelfs een van de meest voorkomende fobieën. Bij veel mensen ontstaat die al tijdens de kindertijd. Mensen die er last van hebben, voelen zich vaak beperkt in het dagelijks leven, omdat ze kelders, tuinen of zelfs bossen vermijden. Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen.

Voorlopig zijn er al 30 deelnemers aan het onderzoek, maar de universiteit zoekt er nog 70. Er wordt onder meer gebruik gemaakt van MRI-scans van de hersenen. Tijdens de therapie worden de deelnemers geconfronteerd met levende spinnen. Het gaat zowel om spinnen uit onze contreien als om vogelspinnen. 

Na het onderzoek kunnen deelnemers meedoen aan een praatsessie van drie uur. Volgens de onderzoekers is de sleutel tot succes de langzame, gecontroleerde confrontatie, waarbij deelnemers in hun eigen tempo de angst voor spinnen kunnen overwinnen. 

De Duitsers hebben het wiel niet als eerste uitgevonden. De Universiteit van Amsterdam (UvA) werkt al enige tijd met mensen die bang zijn voor spinnen. Een fobiepatiënt krijgt daarvoor eerst van dichtbij een vogelspin te zien. Daarna wordt een pil toegediend met daarin een zogenoemde bètablokker. Dat is een stofje dat ervoor zorgt dat het stresshormoon adrenaline zijn werk minder goed kan doen. 

Het hele proces moet er voor zorgen dat een ontmoeting met een spin geen angstige associatie meer geeft, maar juist een geruststellende.