Deel van naar Spanje verhuisde konikpaarden sterk vermagerd door parasiet

Dat hebben dierenartsen vastgesteld nadat maandag bloed was afgenomen bij de dieren, aldus Annemieke van Straaten, die zich met haar stichting Annemieke al geruime tijd bekommert om het lot van de dieren in de Oostvaardersplassen en poolshoogte in Spanje is gaan nemen.

Een groep van 29 konikpaarden uit het Nederlandse natuurgebied is verplaatst naar het natuurgebied Atapuerca in Noord-Spanje, ongeveer 20 km van Burgos. De konikpaarden grazen in een afgerasterd deelgebied van 175 hectare. Dit gebied bestaat hoofdzakelijk uit open bos met een ondergroei van gras en plekken met heide.

De dieren worden, samen met een kudde van achttien Schotse Hooglanders ingezet voor het natuurlijke beheer van het gebied en om variatie in de vegetatie te houden. Alle deelgebieden zijn toegankelijk voor publiek en er zijn jeepsafari’s voor belangstellenden.

Van Straaten: ,,Nu zijn de dieren weggehaald uit de Oostvaardersplassen, maar staan ze opnieuw te lijden. Staatsbosbeheer krijgt van de provincie veel geld voor het beheer van de Oostvaardersplassen en het oplossen van het dierenleed.’’ De stichting Annemieke neemt de kosten op zich voor het medische onderzoek.

Staatsbosbeheer garandeert dat de paarden gezond waren toen ze naar natuurgebied Paleolítico Vivo bij Atapuerca in Spanje verhuisden. Dat heeft de dierenarts van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit destijds vastgesteld. Nadat de paarden in Spanje waren gearriveerd werden ze gecontroleerd en gezond bevonden.

In de contracten is afgesproken dat zes maanden en een jaar na de overplaatsing er een terugkoppeling komt van de nieuwe eigenaar van de dieren in Spanje, zegt Woordvoerder Joke Bijl. ,,Zij zijn nu eigenaar en dus ook verantwoordelijk voor de dieren. Ze moeten zich ook aan de geldende wet- en regelgeving houden.’’

Cerdá meldt dat hij eind deze maand contact heeft met Staatsbosbeheer. ,,Ik ga met ze in gesprek. Ik verwacht wel dat Staatsbosbeheer ons wil helpen met deze problemen. Wij kregen bijna dertig paarden en nu zijn het er al meer dan veertig.’’