Buurman moet herrie van gehorige zolder in Breda accepteren

De behoefte aan goedkope woningen in de buurt van het Bredase stadscentrum is zo groot dat ‘we niet op alle slakken zout kunnen gaan leggen’. Dit vindt de Raad van State. Woensdag kreeg Bredanaar Willem Paterik van de hoogste bestuursrechter te horen dat hij weinig kan doen tegen de vergunning voor verhuur van de gehorige zolder naast zijn huis.

,,Mijn slaapkamer grenst aan die zolder. Ik kan van de herrie niet slapen”, zei Paterik. ,,Het pand is slecht onderhouden. De pannen liggen in de goot en er zijn stenen naar beneden gekomen.” Hij wil dat de gemeente Breda daar wat aan doet. In een mondelinge uitspraak wees de Raad van State echter zijn hoger beroep tegen de vergunning af.

Het gaat om de Nieuwe Boschstraat. Eigenaar Erik van Dijk heeft daar een pand naast de woning van Paterik. De bovenwoning en de zolder verhuurt Van Dijk. Van Dijk wist niet dat er geen vergunning op zat. Die vroeg hij aan in 2019. en kreeg hem meteen van de gemeente. Wel moet Van Dijk de tent opknappen om aan de brandveiligheidseisen te voldoen. Maar dat heeft niets te maken met televisie-, muziek- en stemgeluiden waar het Paterik om te doen is.

Paterik vindt dat de zolder bij de woning op de eerste verdieping hoort en dat de zolder niet apart aan een huishouden verhuurd mag worden. De rechtbank verklaarde zijn beroep ongegrond. De Raad van State liet deze uitspraak woensdag overeind. ,,Iets minder woongenot is geen reden voor de weigering van de vergunning”, zei staatsraad Rosa Uylenburg. De zolder staat momenteel leeg.