Atea gaat op in gemeente Breda: ‘Hogere kwaliteit, lagere kosten’

Atea regelt ‘beschut’ werk voor ongeveer 1200 mensen met een wsw-indicatie: mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap. Het bedrijf was een aparte uitvoeringsorganisatie van de gemeente. Maar de bedrijfsvoering komt nu volledig in handen van de gemeente Breda. 

Het rommelt al langer bij ATEA-groep, dat in 2012 werd opgericht uit verschillende maatschappelijke organisaties. Het vorige college van B en W bracht Atea terug naar een leerwerkbedrijf, bedoeld voor de sociale werkvoorziening. In juli 2018 kondigde de gemeente bezuinigingen aan bij Atea: de sociale werkvoorziening van het bedrijf moest voor 2021 een tekort van vier miljoen euro wegwerken. De toenmalig directeur legde zijn functie neer: Petra de Kam (directrice van de gemeente Breda) treedt sindsdien op als interim-hoofd van Atea.

Het aantal mensen dat via Atea aan het werk komt loopt terug en veel mensen met een wsw-indicatie werken bij andere bedrijven, schetst wethouder Boaz Adank (VVD, werk en inkomen). Dat maakt ATEA op dit moment ‘kwetsbaar’, schrijft hij in een raadsbrief. Door Atea onder te brengen bij de gemeente wil Adank naar eigen zeggen de ‘kwaliteit verbeteren en de kosten verlagen’.

Vanochtend is de verandering medegedeeld aan de medewerkers. ,,Ons bedrijf wordt opgeheven. De sfeer is zeer gelaten", geeft Kleemans aan. Over de tekorten die er bij Atea zouden zijn: ,,Onze financiële positie is altijd buitengewoon goed geweest.”

Er wordt een jaar uitgetrokken om Atea ‘op te nemen’ in de gemeente. ,,De onderdelen waarbij ATEA nu als proceseigenaar (het werk) zelf verantwoordelijk is voor de uitvoering van werkzaamheden van de SW-medewerkers worden ontkoppeld. Voor gemeentelijke processen worden de werkzaamheden ondergebracht binnen ketens in de gemeentelijke organisatie (bijvoorbeeld groenbeheer).”

Medewerkers van de sociale werkplaats worden ondergebracht bij het werkgeversservicepunt van de gemeente. Voor mensen die niet gedetacheerd kunnen worden, komt er binnen de gemeente een aparte afdeling, waar mensen indirecte ondersteuning kunnen krijgen.

Het pand aan de Riethil 11, waar ATEA gevestigd zit, gaat weg. ,,Een gebouw in grootte en functionaliteit als Riethil 12 is nu voldoende en zal openblijven.”

Het gaat om een voorgenomen besluit, aldus de wethouder, dat eind dit jaar aan de raad wordt voorgelegd. ,,In het eerste kwartaal van 2019 wordt de financiële vertaling van deze koers, na bespreking in de Ondernemingsraden, uitgewerkt en ter bespreking aangeboden, zoals afgesproken tijdens de begrotingsbespreking.”

,,Het belang van de medewerkers van ATEA staat bij ons voorop en we streven ernaar om veranderingen zo goed mogelijk te begeleiden”, aldus Adank.