Grapperhaus informeerde Kamer verkeerd over dode politie-informant Freddy Janssen uit Valkenswaard
Demissionair minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus heeft de Tweede Kamer verkeerd geïnformeerd over de mysterieuze dood van politie-informant Freddy Janssen uit Valkenswaard. Waar Grapperhaus eerder meldde dat de Rijksrecherche de zaak had onderzocht, blijkt dat niet het geval te zijn.
Koen VoskuilLaatste update:26-04-21, 18:47
De demissionaire minister heeft politie en Openbaar Ministerie alsnog de opdracht gegeven een ‘onafhankelijk feitenonderzoek’ in te stellen naar de dood van de informant. Dat schrijft hij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Ook in de zaak van de dode undercoveragent in Zevenbergschen Hoek heeft minister Grapperhaus een onderzoek van de Rijksrecherche aangekondigd. Daarnaast buigt een commissie onder leiding van burgemeester Oebele Brouwer zich over die zelfmoordzaak. De uitkomsten van dat onderzoek zullen vertrouwelijk zijn.
Zaak Freddy Janssen
Grapperhaus baseerde zijn eerdere uitspraken dat de Rijksrecherche de zaak over Freddy Janssen al had onderzocht op een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid, maar die blijkt verkeerd te zijn geïnformeerd door de politie. Zo zijn in een precaire kwestie een boel partijen op het verkeerde been gezet.
Deze site onthulde eerder dat Freddy Janssen informant was van het Team Criminele Inlichtingen van de Landelijk Eenheid. Toen in 2015 bleek dat Janssen dood was gevonden - zijn lichaam werd in pakketjes uit het water in Den Hout gevist - brak bij dat politieteam paniek uit. Volgens politiebronnen probeerde TCI sporen uit te wissen van het contact met Freddy Janssen. Ze spreken van een ‘cover up’ en ‘een doofpot van IRT-achtige proporties’.
Motief verzwegen
Dat Janssen TCI-informant was, werd vervolgens verzwegen in de rechtszaak over zijn dood. Daarin stond wapenhandelaar Jan B. uit Hulten terecht, die stelde dat hij slechts het pistool had geleverd waarmee Janssen zichzelf door het hoofd schoot. Vervolgens zou hij anderen hebben gevraagd het lichaam van Janssen op te ruimen. B. werd vrijgesproken, onder meer bij gebrek aan een motief. Door niet te melden dat Janssen voor de politie informatie inwon over Jan B., is voor de rechtbank een mogelijk motief verzwegen.
De onthullingen van deze site vielen samen met een onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar de afdeling DLIO van de Landelijke Eenheid, waar TCI onder valt. In dat onderzoek zijn ook de dood van Freddy Janssen en nog een informant ter sprake gekomen. Kennelijk is de Inspectie verteld dat de Rijksrecherche onderzoek heeft gedaan naar beide zaken en dat er geen reden was voor een vervolgonderzoek.
Dit is niet de eerste keer dat de politie de minister verkeerd heeft ingelicht
Lilian Helder, Tweede Kamerlid PVV
Maar van een echt onderzoek bleek geen sprake. TCI-medewerkers hadden hun collega’s bij de TCI van de Rijksrecherche slechts gevraagd om een zogeheten collegiale consultatie. In geval van professionele twijfel kunnen TCI-afdelingen alleen met elkaar praten, vanwege de vertrouwelijkheid van hun werk. Minister Grapperhaus was hierover verkeerd geïnformeerd en stelde in januari dat de ‘eerdere signalen zijn onderzocht door de afdeling VIK van de politie en door de Rijksrecherche.’
PVV-Kamerlid Lilian Helder neemt het hoog op dat de Tweede Kamer op het verkeerde been is gezet. ,,Dit is niet de eerste keer dat de politie de minister verkeerd heeft ingelicht.” Tijdens een Algemeen Overleg hield Helder de minister nog voor dat ‘degenen die de ernstige misstanden hebben gemeld, helemaal niet door de Rijksrecherche zijn gehoord.” Ze vindt dat Grapperhaus de zaak beter had moeten laten uitzoeken. ,,Het gaat hier om de dood van twee informanten. Daar wil je toch alles van weten?”
‘Nimmer gehoord’
Betrokken politiemensen snappen er niks meer van, zegt Jan Struijs, voorzitter van politievakbond NPB. ,,Zij zijn nimmer gehoord door de Rijksrecherche en willen juist dat dit goed wordt onderzocht. Politiemensen hebben dit recent via de politiebonden nogmaals aangegeven aan het college van procureur-generaals. Ik vraag me oprecht af hoe goed de Tweede Kamer wordt geïnformeerd en hoe de informatielijnen lopen. In zulke gevoelige zaken moet de onderste steen boven.”