Aangifte tegen de Staat wegens 'beïnvloeding' mariniers De Punt

Dat gevoel wordt versterkt door de wijze waarop de mariniers zich hebben voorbereid op de verhoren. Ze hebben zowel in een paar groepsbijeenkomsten als individueel gesproken met hun gezamenlijke advocaat Geert-Jan Knoops. Hij heeft de mariniers van tevoren geluidsopnamen van de actie laten horen.

De nabestaanden hebben de band zelf nooit gekregen, maar mochten die één keer in het archief beluisteren. De commandanten van de mariniers zijn dit voorjaar bovendien op het ministerie van Defensie geroepen om de banden te beluisteren, lang voordat de nabestaanden de transcripties kregen.

,,Door de verklaring van de mariniers te beïnvloeden, doet de Staat wat het de afgelopen 40 jaar in deze zaak heeft gedaan, namelijk het verhinderen van waarheidsvinding’’, concludeert Zegveld in haar schriftelijke reactie die bij de rechtbank is ingeleverd.

De nabestaanden doen daarom aangifte tegen de staat wegens beïnvloeding van getuigen. Dat staat volgens hen een eerlijk proces in de weg. Ze zien voorlopig af van aangifte tegen de mariniers wegens meineed, omdat het hen niet gaat om de mariniers maar om waarheidsvinding.

Zegveld concludeert na de getuigenverhoren dat de staat heeft goedgekeurd dat de kapers zouden worden gedood. De opdracht van de mariniers was de kapers ‘uitschakelen’ als ze zich ‘niet duidelijk waarneembaar overgaven’. Dat moesten ze doen door te schieten op de romp, wat een bijna zekere dood betekende. De geweldsinstructie meldde niets over hoe mariniers moesten omgaan met zwaargewonde kapers die zich niet meer konden overgeven.

Zegveld concludeert dat 'de mariniers in het kader van de geweldsinstructie de ruimte hebben gekregen Max Papilaja en Hansina Uktolseja te doden ongeacht of ze gewond of gewapend waren en ongeacht of ze een gevaar vormden'.