De koperwiek is weer even van de partij, maar in Noord-Brabant zie je hem steeds minder

Ja hoor ze zijn weer in ons land die mooie lijsterachtige vogels met de prachtige naam koperwiek. Als je de vogel eenmaal in beeld hebt, is de naam meteen duidelijk: het koper zit onder of bij zijn wieken. 

Om preciezer te zijn hebben koperwieken op de flanken en onder de oksels koperachtig mooie roodbruine veren. Ook in de vlucht valt die koperkleur goed op. Wat niet te onderscheiden is, is het geslacht want mannetje en vrouwtje hebben eenzelfde verenpak.

Koperwieken zijn zangvogels uit de familie van de lijsterachtige, zoals merels, kramsvogels en zanglijsters. Ze zijn 20 centimeter groot en daarmee de kleinste vogel van de familie der lijsters. Naast de koperkleur hebben de koperwieken net als veel lijsters een gespikkelde borst. In het najaar trekken veel koperwieken uit het noorden naar ons land en dat kan soms al zijn vanaf oktober.

Als je in het veld bent, is het echt genieten als de koperwieken van aanzienlijke hoogtes rechtstreeks op en in de gezamenlijke rustplaats duiken. Meestal zijn dat dan struiken en die zitten dan ineens vol met vrolijke kwetterende koperwieken. Op het menu van deze vrolijke kwetteraars staan bessen van onder andere meidoorn, taxus, hulst en de lijsterbes. Daarnaast lusten ze ook dierlijk voedsel, zoals wormen, slakken en spinnen.

Helaas verdwijnen ze weer vanaf februari/maart naar hun broedgebieden in het noorden. Ook naar Finland en daar wordt een lichte afname van de koperwieken geconstateerd. De oorzaak is commerciële houtkap ten bate van olie- en gaswinning. 

Hopelijk komen de Finnen spoedig tot inkeer, want anders zullen wij hier in Noord-Brabant deze schitterende vogel steeds minder kunnen waarnemen.