Boeremaaltijd Krabbegat in teken van loftuitingen aan nar Eric, 'Gij bent een magisch mens'

Het was een emotioneel en tegelijk intiem moment bij het traditionele treffen van de grote en kleine raad in het Markiezenhof. Een bijeenkomst die, zoals verwacht, helemaal in het teken stond van het afscheid, na 22 jaar, van Eric Elich als nar.

Hij werd van alle kanten toegezongen; door steketee, de mannen van het Protocol, maar ook door het college van B en W en de vroegere burgemeesters Han Polman, Peter van der Velden, Dick de Cloe en Pieter Zevenbergen. ,,Deze nar brengt ons allemaal samen.''

Het dak ging er echt af toen de nar zelf een Bergse versie ten gehore bracht van Guus Meeuwis' hit 'Proosten'. Terwijl flesjes bier van de 'Berregse Zot' rondgingen, werd massaal getoost op het leven en de liefde. Waarbij Eric nog eens bewees dat hij de ware gangmaker van de leut is.

Toch krijgen de Krabben als vanzelf een nieuwe nar. Waarbij steketee Dennis van Tilborg zich alvast opwierp als opvolger. ,,Ik heb alles mee, ik ben de redder in nood.''

Nilles III maakte van de gelegenheid gebruik om de nieuw te kiezen gemeenteraad alvast wat adviezen mee te geven met als basis de drie A's van asperges, ansjovis en aardbeien. Maar voor de politiek kan dat, volgens Nilles, beter vertaald worden in 'Aftasten wat mogelijk is', 'Afwegen wat beter kan' en 'Afstrepen wat onmogelijk is'. 

De zittende politiek deed er zaterdagavond als kleine raad het zwijgen toe. Behalve het literaire gedicht dat Peet Bakx (BSD) en Paul Schut (GBWP) in petto hadden voor de nar, beklom geen enkel raadslid de bühne voor een leutige bijdrage aan het steekspel tussen grote en kleine raad.

Alleen burgemeester Frank Petter speelde het spel mee, al deed hij dat niet als 'grapjas of leutkneutel'. ,,Ik moet, zeggen ze altijd, dicht bij mezelf blijven, dus sta ik hier als dé burgemeester.'' Voor de gelegenheid zette hij een toepasselijke steek met struisvogelveren op zijn hoofd ('Al steek ik mijn hoofd niet in het zand') die hij vervolgens weer afnam om de pas overleden vastenavendiconen Jan van Giels en Gerrit Leenders te eren.

De mannen van de dweilploeg speelden zoals vanouds hun eigen spel. Uitgedost als vampiers (,,Het zijn uitzuigers'', aldus de gròòtste boer) bezongen zij de 'Bloed Mooie Meide' waarbij er, tussen de bedrijven door, nog wat zakken met bloed van stal gehaald werden om de mannen van noodzakelijk levensvocht te voorzien.