Frankrijk en Duitsland verzetten zich fel tegen verbod op verbrandingsmotor in 2035

De Europese Unie maakt er geen geheim van dat ze vaart wil maken met de reductie van de CO2-uitstoot. Dat houdt onder meer in dat het versnellen van de wijdverbreide introductie van elektrische mobiliteit hoog op de agenda staat. Niet alle landen zijn daar echter even blij mee.

Frankrijk en Duitsland zijn de twee Europese landen met de grootste auto-industrie. Het zijn dan ook die twee landen die de introductie van nieuwe Europese uitstootnormen proberen tegen te houden. De plannen daarvoor maakt de Europese Unie vandaag of later deze week naar verwachting definitief bekend: in 2030 moet de totale CO2-uitstoot met 55 tot 65 procent gedaald zijn ten opzichte van 1990 en in 2035 moet het voor de auto’s op een nulpunt belanden. 

Dat laatste stuit Frankrijk en Duitsland tegen de borst. Ze zien dat doel liever opschuiven richting 2040. In Frankrijk steunt men het doel van 55 procent CO2-uitstoot in 2030, maar wil men dat hybrides langer op de markt kunnen blijven, zo meldt Automotive News Europe. Men is vooral bang dat een verbod op verbrandingsmotoren - wat 0 gram CO2-uitstoot in 2035 feitelijk betekent - zorgt voor veel banenverlies doordat de productie van EV’s minder arbeidsintensief is.